Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen

 

Artikel 56
1
De geneesheer-directeur draagt zorg dat in het patiëntendossier van een persoon die met toepassing van hoofdstuk II •• 1 tot en met 4 in een psychiatrisch ziekenhuis verblijft, aantekening wordt gehouden van:
a
het op grond van artikel 38 of artikel 38a opgestelde behandelingsplan;
b
de voortgang per maand in de uitvoering van dit plan;
c
de medewerking van betrokkene aan de uitvoering van dit plan;
d
indien over een behandelingsplan geen overeenstemming is bereikt, de reden daarvoor alsmede het daartoe door de voor de behandeling verantwoordelijke persoon gedane voorstel of de daartoe gedane voorstellen;
e
indien artikel 38, vijfde lid, derde volzin, of artikel 38c, eerste lid toepassing heeft gevonden, de behandeling die is toegepast, en de redenen die hiertoe hebben geleid;
f
de toepassing van artikel 39 ten aanzien van betrokkene en de redenen die hiertoe hebben geleid.
2
De geneesheer-directeur draagt voorts zorg dat in het patiëntendossier aantekening wordt gehouden van:
a
andere beslissingen als bedoeld in de hoofdstukken III en IV en de gronden waarop deze beslissingen zijn genomen;
b
de ontvangen afschriften van rechterlijke beslissingen en uittreksels daaruit alsmede de afschriften van beschikkingen van de burgemeester als bedoeld in hoofdstuk II, • 3;
c
ontvangen of afgegeven geneeskundige verklaringen als bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, 16, eerste lid, 20, zevende lid, en 33, derde lid.
3
De in het tweede lid, onder b, bedoelde afschriften en uittreksels, alsmede afschriften van de in het tweede lid, onder c, bedoelde verklaringen worden bij het desbetreffende patiëntendossier bewaard gedurende ten minste vijf jaren na de dagtekening van de beschikking, doch ten hoogste tot na verloop van vijf jaren na het einde van het verblijf van de betrokkene in het ziekenhuis, en vervolgens vernietigd. Bij het desbetreffende patiëntendossier wordt voorts een afschrift bewaard van het bewijs van ontvangst dat aan de patiënt overeenkomstig artikel 20, zesde lid, 36, vierde lid en 66, vierde lid, is afgegeven.
4
Bij algemene maatregel van bestuur worden in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regels gegeven met betrekking tot de termijn gedurende welke de in het dossier opgenomen gegevens worden bewaard en met betrekking tot de overdracht van het dossier aan derden.
5
Het bijhouden van het patiëntendossier geschiedt met het oog op de kwaliteit van de individuele hulpverlening en op de rechtspositie van de patiënt en zijn vertegenwoordigers.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •